In het nu bijna twintig jarige bestaan van Yo La Tengo maakte de groep uit Hoboken NJ al ruim een tiental albums. Met de opvolger van And Then Nothing Turned Itself Inside-Out uit 2000, de soundtrack The Sounds of The Sounds of Science voor het gemak niet meerekent, heeft het trio Ira Kaplan (gitaar/zang), Georgia Hubley (drum/zang) en James McNew (bas/zang) nu definitief zichzelf een unieke stijl toegeeigend. Eerder tapte men uit hetzelfde vaatje als groepen als de Feelies, hetgeen men eigenlijk gelukkig nog niet geheel achter zich gelaten heeft. Nu gebruikt met echter andere middelen om tot hun unieke stijl te komen. De nodige elektronica wordt op gepaste wijze toegevoegd en het geheel flaneert tussen sixties pop en bijzondere sfeercollages. Een prettige luisterplaat, zoals ook Luna die maakt met misschien een vleugje van het ingenieuze dat we ook van het laatste Wilco album kennen. De Sfeerschetsen lenen zich ook uitstekend voor meeslepende instrumentaria als een pedal steel, gehanteerd door Lambchop Paul Niehaus, op afsluiter Take Care. Dit evenals de toegevoegde blazers. Er zijn maar weinig groepen die twintig jaar lang zulke kwalitatief sterke platen kunnen blijven voortbrengen en daarop is Summer Sun zeker geen uitzondering.