Jon Hopkins werkte al eens samen met Brian Eno, naast zijn werk voor onder meer Coldplay en eigen elektronische producties, voordat hij in Zuid-Amerika in een grot de diepere betekenis van dingen ontdekte en die muzikaal vorm gaf met een vorm van ambient die teruggrijpt naar Rainbow Dome Music. Tempelbellen en zacht psychedelisch pulserende golven, bedoeld als soundtrack voor een prettige trip. Niet recreatief, maar therapeutisch, met als groter doel het beter maken van de wereld. Als basis gebruikte hij veldopnamen uit de Amazone, de plaat duurt net zo lang als een ketaminetrip. Qua sfeer sluit het aan bij Hopkins’ Singularity, maar daar zat meer vreemd en beat in. Deze plaat is net als de vroege ambient eerder een amper aanwezige aanwezigheid, die de ziel de gelegenheid geeft zichzelf te ontdekken. Aan het eind legt wijlen de spiritueel leider Ram Dass het allemaal nog eens uit.