De zeer diverse en immer excellerende Belgische indieband Flying Horseman heeft bij het nieuwe album Mothership één wezenlijke muziekstijl toegevoegd aan hun rijke arsenaal: de funk. Mán; wat kan deze band vervaarlijk grooven (luister bijvoorbeeld eens naar Set Reset, Summer Dance, A Song That Lasts, Secrets of Hotel).
De band onder leiding van creatieve duizendpoot Bert Dockx stond al bekend om haar fenomenale werken zoals Night Is Long (2015), Room/Ruins (2018), Twist (2012) en het debuut Wild Eyes (2010) waarin grommende postpunk, venijnige blues, sfeervolle ambientsounds en meeslepende folkmuziek zeer gemakkelijk worden fijngemixt tot een buitengewoon smaakvolle, uit talloze pure ingrediënten bestaande, muzikale pastasaus.
Maar anno 2020 is daar dus nog meer avontuur en nog meer gelaagdheid aan toegevoegd. Een beetje vreemd, maar vooral overheerlijk. De acht deinende, dreigende, indringende songs op Mothership proeven als snippers gedroogde abrikozen in een zoete pastasaus. Het is een beetje raar, je verwacht in eerste instantie misschien niet eens dat de combinatie goed werkt, maar het is uiteindelijk niet te versmaden.