Tindersticks bestaat al sinds 1991 en in de tussentijd is er eigenlijk niet zo veel veranderd, er valt slechts hier en daar een minimale koerswijziging te bespeuren. Enerzijds is dat knap, aan de andere kant ligt de verzadiging bij de luisteraar op de loer. De specifieke manier van zingen van bandleider Stuart A. Staples lijkt die gedachte alleen maar te versterken. Toch lukt het de Britse popgroep, zoals tot nu toe steeds, om weer een ijzersterk album af te leveren: No Treasure But Hope. Geheel volgens het Tindersticks-recept van de laatste 10, 11 jaar: de meeste nummers in een driekwartsmaat en met literaire teksten en de licht mompelende stem van Staples. Vaak zwaar en melancholisch, maar zonder al te veel scherpe randjes. Laten we het ‘ballroomblues’ noemen. Misschien deze keer iets ingetogener, met uitzondering van See My Girls, waarop Tindersticks een beetje het gaspedaal intrapt. Met de fraaie opener For The Beauty en Carousel zet de band de toon voor een heerlijke zondagochtendplaat.