De dikke, witte familie werkte de afgelopen jaren in diverse verbanden samen met mensen als Sean Lennon en diens moeder Yoko Ono. Het zou zomaar kunnen dat dat tot grote inzichten heeft geleidt, want op hun derde album nemen ze behoorlijk afscheid van de af en toe flauwe Disco ongein die ze op hun eerste twee albums lieten horen. Op Serf’s up weten ze hun Electro aanpak juist voor zich te laten werken in knappe popsongs, voorzien van even interessante arrangementen. In Tastes Good With The Money wordt het intro zelfs voorzien van een prachtig gestileerd kerkkoor, waardoor er steeds meer diepgang in hun dansmuziek komt. Naar verluidt had deze fikse stap voorwaarts vooral te maken met een verbod op drugs in de studio, en het moet gezegd, hiermee is het ware talent van de familie naar boven komen drijven en dat smaakt absoluut naar meer.