Recensie
Omdat Interpol besloot het vijftienjarig jubileum van hun debuut LP Turn On The Bright Lights uitgebreid te vieren, duurde het nog best lang voordat hun zesde album, Marauder, het levenslicht zag. Wie hun eerste album en dit laatste werk naast elkaar ligt komt er al snel achter dat Interpol een band is die consequent vasthoudt aan hun indie-gitaar rock sound, maar wel degelijk een behoorlijke ontwikkeling heeft doorgemaakt. Drummer Sam Fogarino is op het eerste gehoor een super strakke rockdrummer, de complexe variaties in ritmes verraadden een invloed uit de funk en avant-garde wereld. Gitarist Daniel Kessler weet een prachtige open en volle sound uit zijn gitaar te halen, die bij tijd en wijle wel een beetje aan The Edge doet denken, maar veel gevarieerder in zijn invulling is. Daarboven op de mooi-donkere vocalen van Paul Banks, altijd klinkend als Ian Curtis met een groter vocaal bereik. Tekstueel is Marauder (in het Nederlands : Stroper) het relaas van een steeds eenzamer wordende man, die elke sociale relatie het liefst zo snel mogelijk tot een einde brengt, een vervreemding waar Banks’ stem voor gemaakt lijkt. De productie is dit keer in handen van ex-Mercury Rev bassist Dave Fridmann, die zijn bijnaam “The Phil Spector Of The Alt-Rock Era” eer aandoet, en die de spaarzame instrumentatie weet om te zetten naar een vol, warm geluid. Een logisch, en weer minimaal even mooi vervolg in een rijk oeuvre.
Tracks
Disc 1
1. If You Really Love Nothing
2. The Rover
3. Complications
4. Flight Of Fancy
5. Stay In Touch
6. Interlude 1
7. Mountain Child
8. Nysmaw
9. Surveillance
10. Number 10
11. Party's Over
12. Interlude 2
13. It Probably Matters