Recensie
Oorspronkelijk was Belly geen lang leven beschoren, een jaar of vijf en twee albums slechts. Debuut Star uit 1993 werd een klassieker binnen de alternatieve rock, waarvoor ze twee Grammy nominaties verdienden en opvolger King bewees een uitstekende bevestiging van hun kunnen. In 1996 was het alweer afgelopen met de band, maar nu na ruim twee decennia krijgt het alsnog een vervolg. Al wist frontvrouwe Tanya Donelly er nog een respectabele solo-carrière op na te houden, wekt de naam Belly toch nieuwsgierigheid op. Met de gebroeders Chris en Thomas Gorman en Gail Greenwood, die in 1993 bassist Fred Abong verving, is de oude bezetting weer compleet. En is er nu dus ook een derde album, dat met de naam Dove de reeks vier letterige albumtitels in ere houdt. Ze is een tikkeltje meer opgefrist van geluid, maar met de gehoopte gitaarlijnen en invallen die hun songs ooit kenmerkten. Stevige tracks als Shiny One en Army Of Clay bijten van zich af en er weerklinkt sterk songschrijven op intiemere liedjes als Suffer The Fools. Daarmee is Dove hopelijk de basis van een lang tweede leven voor Belly.
Tracks
Disc 1
1. Mine
2. Shiny One
3. Human Child
4. Faceless
5. Suffer The Fools
6. Girl
7. Army Of Clay
8. Stars Align
9. Quicksand
10. Artifact
11. Heartstrings
12. Keine Titelinformation