Zes jaar na zijn laatste album komt Ry Cooder terug met Prodigal Son. De man die ons vanaf 1970 op fantastische albums als Chicken Skin Music en soundtracks als Paris Texas trakteerde. En dan hebben we het nog niet over zijn fenomenale bijdragen als (slide-)gitarist voor onder andere Captain Beefheart, de Stones en Randy Newman. Op Prodigal Son – voor de productie tekende Cooder samen met zijn zoon Joachim keert Cooder terug tot de roots. Songs van zijn hand, zoals het door percussie en gitaar gedomineerde Shrinking Man worden afgewisseld met covers van Blind Willie Johnson, Blind Roosevelt Grave en de Stanley Brothers waarmee het album diepgeworteld is in de blues en vooral gospel. Dat is met name te horen op songs als Everybody Ought to Treat a Stranger Right en het titelstuk waarop Cooder laat horen dat hij nog steeds tot een van de beste slidegitaristen gerekend mag worden. Gentrification doet denken aan het recente werk van Paul Simon. Zelfs van een veelvuldig gecoverd nummer als Nobody’s Fault But Mine weet Cooder in al zijn eenvoud iets toe te voegen. Op The Prodigal Son schetst Cooder geen vrolijk plaatje. Hij noemt het album zelf een commentaar op onze afglijdende morele staat. Dat wil niet zeggen dat het album een depressieve aangelegenheid is, want de zang is hoopgevend en gepassioneerd zoals in de cover van Sister Rosetta Tharpe’s In His Care. Of liefdevol zoals op de prachtige balled Jesus and Woody. Ry Cooder levert werderom een prachtplaat af.