Recensie
Touareg zanger en gitarist Omara “Bombino” Moctar wilde, na omzwervingen in de USA en de UK, waar hij, onder andere met Dan Auerbach, fraaie albums opnam, zijn nieuwe album dichtbij zijn moederland Niger opnemen. Terug naar zijn roots in zowel geografische, als muzikale zin. Eén van zijn fans, nota bene Koning Mohammed VI van Marokko, stelde zijn studio beschikbaar, en Bombino verzamelde een grotendeels Afrikaanse Touareg band om zich heen, inclusief Anana Ag Aroun, die we kennen van de band Kel Assouf. Hoewel zijn teksten voor Westerse oren niet te verstaan zijn, spreekt de Afrikaanse beat boekdelen en bezingt Bombino de pracht van zijn thuisland. Daar waar anderen slechts de Sahara zien, met op zijn hoogst nog wat interessante grondstoffen om weg te laten pompen, bezingt Bombino de natuurlijke pracht in Tehigren (Trees), voorzien van een indrukwekkende, bijna melancholische gitaarpartij. Rauwe, indrukwekkende woestijn blues.