‘Is dit eigenlijk wel het leven dat we daadwerkelijk willen?’ Menigeen zal zich dit de afgelopen periode wel eens afgevraagd hebben. Oorlogen te over, terroristische aanslag volgt op terroristische aanslag en Amerika’s president gedraagt zich op z’n zachtst gezegd niet altijd even capabel. Ook voormalige Pink Floyd-lid en rockicoon Roger Waters stelde zichzelf die vraag. Voor wat Donald Trump betreft verving hij ‘niet echt capabel’ meteen maar in ‘stupid’, bij oorlogen en terrorisme voegde hij de aloude en, in Floyd-kringen zeer bekende, zinssnede toe dat er ‘helemaal geen us and them is’. Voor wat het laatste onderwerp betreft heeft hij het eveneens over een ander aansluitend en dus belangwekkend aspect: namelijk geld. U begrijpt: inspiratie te over, bij Waters. En toen was er ineens dus ook een nieuw album van de 73-jarige artiest. Geholpen door de befaamde producer Nigel Godrich brengt Waters twaalf songs die tezamen een nietsontziend commentaar vormen op de moderne wereld en daarmee gepaard gaande onzekere tijden. Waters hanteert hierbij zowel de aloude en zeer vertrouwde Floyd-aanpak, maar laat ook zeer geraffineerd horen waarom zijn vier vorige soloplaten ook al weer zo goed waren. Neem de vooruitgesnelde eerste single Smell The Roses (‘this is the room where they make the explosives, where they put your name on the bomb’). Hier vermengd de rockdinosaurus zijn Floydsongs Have a Cigar, Welcome to the Machine en Dogs en laat een te gekke nieuwe staccato rocksong in diezelfde traditie ontstaan. Het rustige Déjà Vu (met de centrale vraag ‘If I Had Been God?’) doet denken aan werken op Amused To Death en The Final Cut. Picture That is een dwingende (zowel muzikaal als tekstueel) opsomming van alles wat er mis (‘picture a leader with no fucking brain’) is in de wereld. Het zijn maar enkele willekeurige voorbeelden, want er is namelijk zo veel meer goed aan dit kersverse album van Roger Waters. Een invloedrijk album maken, a la The Wall of Amused To Death? Jawel, hij kan het nog.