Na zijn vorige album What’s Left Is Forever kwam er een radiostilte die vier jaar duurde. Uit deze stilte volgde dit zevende solo album genaamd The Great Plains. Volgens Dybdahl kwam zijn inspiratie voor dit album met name voort uit zelfreflectie; het terugkijken op zijn leven tot nu toe en hieruit volgend het besef dat de man die in de spiegel naar hem terugkeek, niet meer de man was die hij herkende. De cover van The Great Plains spreekt dan ook voor zich en toont de verdiepende diversiteit van Dybdahl. De meerdere gezichten van deze Noor horen we terug in zijn kunnen, zoals op de track Paradise Lost dat de kunst van Dybdahl laat horen waarin een vleugje Bon Iver en Andrew Bird langskomt. Dit album was het wachten meer dan waard. Waar kan je op 25 April beter zijn dan in Paradiso, Amsterdam.