Het was nogal schrikken, toen Justin Vernon in 2012 aankondigde zijn succesvolle project Bon Iver voorlopig in de ijskast te parkeren. Als hij in de jaren erna gevraagd werd wanneer we eindelijk weer eens nieuw materiaal konden verwachten deelde hij doodleuk mee dat het er misschien wel nooit meer van zou komen. En ergens vond ik dat eigenlijk best een mooi idee, na de absolute perfectie van Bon Iver, Bon Iver uit 2011. Onbevredigend, dat wel, maar het was tegelijkertijd ondenkbaar dat de eenzame hoogte waarop die plaat zich bevindt nog eens gehaald zou worden… laat staan overtroffen. Want wat kun je nog doen die wanneer je die ultieme breekbare perfectie al in je handen hebt? De ene optie is om het angstvallig in je handen te houden, doodsbang dat je het laat vallen. De andere? Die angst vol in het gezicht uitlachen en al die perfectie in duizenden scherven zelf op de grond kapotsmijten. Tussen al die scherven mogen we nu de nieuwe Bon Iver bij elkaar rapen. Dat je je daarbij af en toe lelijk snijdt aan bizar gestapelde en vervormde harmonieën en botte beats zou op het eerste gehoor afstotend kunnen werken. Maar het bijzondere talent van Vernon blijkt op 22, A Million zo onverwoestbaar dat je eigenlijk geen moeite hoeft te doen zijn feilloze gevoel voor hemelse melodieën te vinden. Het sleept je mee een nieuwe wereld in, een waarvan je niets wist dat-ie bestond maar waar je na het horen van 22, A Million nooit meer weg wilt.