Het is, met afstand, de meest opgenomen liederencyclus: Schuberts Winterreise. Alleen Dietrich Fischer-Dieskau tekende al voor een tiental opnames, semi-legale live-opnames niet eens meegeteld. De door een winters landschap dolende verteller die door zijn geliefde verlaten is blijft zangers inspireren, en niet alleen baritons maar ook tenoren zoals Jan van Elsacker. Hoewel hij vooral in barokrepertoire furore maakte, tekende hij al eerder een intrigerende opname van Schubert Liederkreis. Deze Winterreise maakt pas echt indruk. Hier geen gejammer, geen pathos, geen zelfmedelijden, Elsacker vertelt, ijzig onderkoeld. Dankzij de al even opzienbarende klanken die pianist Tom Beghin uit een gerestaureerde fortepiano met vijf (!) pedalen tovert, grijpt deze Winterreise naar de keel, kruipt onder de huid en laat de luisteraar verbijsterd achter.
Schubert: Winterreise
Jan van Elsacker (tenor) Tom Beghin (pianoforte)
Schubert’s Winterreise may be the most recorded cycle in the lied catalogue, but historically informed interpretations continue to be rare. The present CD demonstrates why it pays off to have a background in baroque singing and historical keyboard performance. The confrontation of Jan van Elsacker’s restrained sense of drama and storytelling, and the colour and intimacy of Tom Beghin’s pianoforte (Haffner, ca. 1830) spawn an unusual elaborate miniature painting in which the protagonist’s wintry journey slowly transcends into a metaphysical exploration of leaving, loneliness, longing, and eventually loss. This Winterreise may be low on surface circus, but it is relentlessly intense and unbearably tragic to its core.