Johannes Sigmond, alias Blaudzun, is twee jaar na de release van meesterwerk Heavy Flowers terug met alweer zijn vierde schijf; Promises Of No Man’s Land. Begin december was daar de toch wel vrij onverwachte aankondiging van een nieuw album. Niet veel later werd single Euphoria uitgebracht. Deze subtiel gearrangeerde albumopener is broeierig en spannend, maar komt (nog) niet tot een uitbarsting. De daaropvolgende titeltrack echter wel! Het nummer Promises Of No Man’s Land is een van de hoogtepunten van de plaat, vergelijkbaar met eerdere hits als Elephants en Flame On My Head. Donker en dwingend, maar bovenal pakkend en beeldschoon. Meer dan ooit besteedde Sigmond aandacht aan zijn teksten, die pas veel later ontstonden dan de muziek zelf. In het diepste geheim werkte hij in Barcelona, Berlijn en Zuid-Frankrijk zijn bulk aan ideeën uit, in de studio onder andere bijgestaan door broer Jakob en technicus Martijn Groeneveld. Blaudzun klonk niet eerder zo dynamisch en venijnig, alsof de bombastische drums, elektrische gitaren en analoge synthesizers nóg bepalender moesten zijn. Zingend over vluchtende personages, eenzaamheid en bedrog wisselt Sigmond het niet al te ingewikkelde – doch zeer fraaie – tweeluik Hollow People en Kids Around (Hollow People) moeiteloos af met een mooie folksong als Ocean Floor (From All The Stars) en een rustige, maar beeldschone plaat als Any Cold Wind (Sweet Selene). Too Many Hopes For July is zowel ritmisch en dansbaar als hoopgevend, terwijl het bombastische en gelaagde Streets Of Babylon en Halycon, als in No Cars Go, naar Arcade Fire neigen. Opnieuw een kunststukje!