Eerste soloplaat van de zanger van Mano Negra, die slim inspeelt op de huidige belangstelling voor Spaanstalige muziek in West-Europese landen. Omdat we nog steeds op zoek zijn naar de ideale zomerplaat voor 1998 hebben we alvast een lekker glaasje sangria klaar gezet met een portie tapas en de verwarming op de hoogste stand. We doen deze hete schijf maar eens in de cd-speler en het feest kan beginnen. We horen naast veel Latijns Amerikaanse invloeden ook de oude Mano Negra-sound voorbijkomen. Lekker onbenullige teksten (het is tenslotte vakantie) en onvervalste romantiek. Hier en daar een cumbiaatje, een tijuana nummertje of een gepeperd Spaans rampestampertje en vooral veel heerlijke losbollerige lol. Grappig is dat het tijdens het beluisteren van deze cd door flarden kroeggeluiden steeds drukker in je huis lijkt te worden. Zestien nummers lang dendert Manu Chao voort en, als je het zweet van je voorhoofd hebt geveegd, blijft er slechts een gevoel over van een plotseling opwellende levenslust. Waarom zitten we eigenlijk hier en niet in een goedgevulde taverne in Zuid Spanje. Welnu met nog zo'n anderhalve maand te gaan wachten wij nog steeds op de meest ideale zomerplaat, maar als zich niets beters aandient dan moet deze het in godsnaam maar worden.