Met het vorige album Playing The Angel uit 2006 stond Depeche Mode ineens weer midden in de schijnwerpers. De inspiratie was weer helemaal terug en dankzij de eightiesrevival ging hun invloedrijke oeuvre in de herwaardering. Dat deze hernieuwde belangstelling het heilige vuur bij het trio verder heeft aangewakkerd bewijzen ze met dit twaalfde studioalbum. Naar eigen zeggen was de samenwerking tijdens de opnames zelden beter. Het wederom met producer Ben Hillier opgenomen album laat een door analoge elektronica, sobere beats, stuwend gitaarwerk en bluesy zang gedomineerde koers horen die duidelijk maakt hoe zeer de groep haar eigen sound uit de jaren tachtig/begin jaren negentig weer heeft omarmd. Luister bijvoorbeeld maar eens naar de intro’s van Peace en Perfect. In eerste instantie klinkt het allemaal vooral erg vertrouwd maar het album groeit per luisterbeurt. Waar de voorganger nog een aantal compositorische dipjes kende ligt het niveau dit keer vrijwel continue hoog. Ruim de helft van de songs – waaronder In Chains, Fragile Tension, In Sympathy, Peace en Corrupt – kan zich zelfs meten met hun beste werk. Sounds Of The Universe is dan ook het album geworden waarvan gehoopt werd dat ze het nog eens zouden maken.