Vanaf het moment dat virtuoos Matt Berninger in 1999, samen met de gebroeders Dessner en Devendorf, The National oprichtte, waren critici het erover eens dat het kwintet potentie had. En waar in 2005 hun derde studioalbum Alligator al hoge ogen gooide, daar braken de uit Ohio afkomstige gentlemen met Boxer (2007) pas echt door. Nummers als Fake Empire, Mistaken For Strangers, Slow Show en Ada zijn pure kunststukken. Het meesterwerk werd in 2010 aangevuld met High Violet, wederom een juweel van een plaat. Structureel donker, intens en onder-je-huid-kruipend, maar óók keer op keer bijzonder mooi, waarbij vergelijkingen met ondermeer The Walkmen, Interpol, The Smiths, Nick Cave en Joy Division continu opdoken. Reikhalzend werd logischerwijs uitgekeken naar Trouble Will Find Me, met dertien nummers bijna een uur aan materiaal bevattend. Opener I Should Live In Salt is vanaf beginsel groots en pakkend, waarna Berninger met zijn diepe, warme stem in het onbewogen Demons de toon zet voor de rest van dit meeslepende album. Het euforische, emotionele Sea Of Love, het spannende Humiliation en I Need My Girl, het dringende Graceless; niet eerder zong de melodramatische Berninger zo duidelijk en direct over liefde en triestheid. Agressief, doch consistent, omringd door expansief gearrangeerde strijkers en hoorns. En daarbij welhaast vanzelfsprekend steevast verzekerd van de subliem gejaagde ritmes van de gebroeders Devendorf. Trouble Will Find Me is The National’s langste album tot nog toe en misschien ook wel het grootste, beste en mooiste.