Op zijn vorig jaar verschenen mixtape Nostalgia, Ultra had Frank Ocean hits en charisma om uit te delen. Een volwaardig debuut met tracks die niet over zijn herenliefde gingen had meer dan volstaan. Hij zou niet de eerste r&b-zanger zijn geweest, die zijn geaardheid al dan niet onder de nodige speculatie (Luther Vandross, iemand?) voor zich zou hebben gehouden. Maar Frank Oceans officiële debuutalbum is vanaf het begin geladen met het verhaal van zijn onbeantwoorde liefde voor een jongen die net als hij amper negentien jaar oud was.
Eerste song ‘Thinkin Bout You’ was al in eerdere versies uitgekomen, maar in het licht van Oceans coming out, kort voor het uitkomen van het album, krijgt het lied toch een andere context. Voor het nummer begint, horen we jongens zacht met elkaar praten, lachen, dekens, een PlayStation die aangaat. Frank Ocean wil er ondanks zijn liefdesverklaring geen themaplaat van maken, want direct erna wordt de luchtige en vooral ook sarcastische interlude ‘Fertilizer’ ingezet. Je bent dan al verkocht, je wilt geen andere kant meer op dan mee tot het eind. Er valt meer te beleven op Channel Orange.
Nergens, op strijkers na af en toe, slaat de bombast in. In plaats daarvan krijg je een efficiënt bandgeluid met weinig instrumenten en genoeg ruimte voor de zanger om zijn ding te doen. Gedurende het album switcht hij moeiteloos van lijzig en laconiek naar intens emotioneel. Vaak in hetzelfde nummer, zoals in ‘Crack Rock’, en je gelooft elke snik en uithaal. Bij mindere goden blijven tracks als het poppy ‘Lost’ en het domme ‘Super Rich Kids’ niet meer dan juist dat: poppy en dom. Maar alleen al met zijn voordracht weet Ocean er meer van te maken. Er is eigenlijk geen enkel zwak moment op de plaat, al zijn er wel hoogtepunten, zoals eerder opener, het statige 'Sierra
Leone', 'Sweet Life', waarin Ocean verbaasd zijn eigen succes bezingt (tekstueel overtuigender dan in 'Super Rich Kids' overigens), de suite ‘Pyramids’, met verrassend toepasselijke douchebag-housesynths in de eerste beweging, en het hartverscheurende sex-anthem ‘Pink Matter’ met gastrapper André 3000 die in strakgetrokken oprechtheid zijn voorliefde voor knuffelbaar dikke, Southern vrouwen bepleit.
Aan het eind keert Ocean terug naar het verhaal van die jongen. In het plechtige ‘Bad Religion’ huilt hij uit bij een taxichauffeur over hoe hij hem nooit voor zich kan winnen. Meezinger ‘Forrest Gump’ is ongegeneerde camp met teksten als ‘But you're so buff, and so strong/ I'm nervous Forrest’. De plaat sluit af een man die met vervormde
stem en afwezig in een auto praat met een meisje. Hij stapt uiteindelijk uit en loopt alleen zijn huis binnen.
Channel Orange is een van de beste, meest overtuigende albums sinds best lang. Een understated en compact geïnstrumenteerd album met visie en focus en als middelpunt een zanger met een ontegenzeggelijke aanwezigheid. Een volkomen hedendaags meesterwerk, in een tijdperk waarin het idee van een meesterwerk gedateerd lijkt. De nieuwswaardigheid zal slijten met de tijd en wat overblijft is een gedurfd en bloedmooi monument voor onbeantwoorde liefde, en andere zaken.