Op het scoren van een megahit rust niet altijd een zegen. Soms is het zelfs een vloek. Neem nu Arthur Conley. Hij had net zijn eerste schreden in de professionele muziek gezet toen hij in 1966 onder begeleiding van Otis Redding naar de Fame studio’s in Alabama toog om daar Sweet Soul Music op te nemen. De song groeide rap uit tot een wereldwijde hit. Een mooi begin, maar het succes kreeg spijtig genoeg geen vervolg. In de jaren erna maakte Arthur Conley een reeks superieure southern soul opnamen, maar geen enkele vermocht uit de schaduw van zijn grote hit te treden. De afgelopen decennia is slechts een beperkt deel van zijn werk heruitgegeven. Ook hieruit blijkt een gebrek aan waardering voor de grote zanger die Arthur Conley was. Maar nu is daar I’m Living Good. Een machtige compilatie met soulslijpers en midtempo songs uit de periode 1964-1974. Nu eens geen dansvloerkrakers als Sweet Soul Music, maar diepe soul van een zanger die bereid is zijn zielenroerselen met ons te delen. In deze jaren was Arthur Conley verbonden aan diverse labels, waaronder Jotis, Fame en Atco Records. Hier ontfermden gereputeerde producers als Otis Redding, Clarence Carter en Rick Hall zich over de zanger en zijn liedjes. In de eerste jaren zeventig maakte Conley opnamen voor Capricorn Records en hier droeg niemand minder dan Swamp Dogg zorg voor de productie. Aardig zijn de twee vroege opnamen voor Ru-Jac Records (1964). De uitvoering van That’s How It Feels van The Soul Clan (Arthur Conley samen met Solomon Burke, Don Covay, Ben E. King and Joe Tex) is bekend, maar mooi blijft ie. In Otis Sleep On (1968) betoont Arthur Conley eer aan zijn leermeester Otis Redding die kort daarvoor was omgekomen bij een vliegtuigongeluk. Huiveringwekkend.