De uit Californië afkomstige Alela Diane maakte in 2006 met The Pirate’s Gospel een verpletterd debuut. Een plaat met kale liedjes die een zeldzaam desolate sfeer ademden. To Be Still uit 2009 was van hetzelfde laken een pak. In feite waren beide platen solo-albums van de zangeres, met spaarzame bijdragen van enkele andere muzikanten. Haar nieuwe, Alela Diane & Wild Divine genaamd, is daarentegen een echt groepsalbum geworden. De zangeres laat zich hier bijstaan door een heuse band met een ritmesectie. Door de wat rijkere begeleiding is de muziek van Alela Diane toegankelijker geworden, maar gewoon is deze nog altijd niet. De kracht van haar muziek schuilt vooral in haar warme stem, die zij veelvuldig laat overgaan in een aangename falset, en haar vertolking. Bezieling boven techniek! Ook de liedjes zijn niet alledaags. Ze maken onverwachte wendingen en roepen visioenen op van wijd uitgestrekte landschappen waarin een enkele ziel ronddwaalt.