In augustus 1964 vond er een legendarische ontmoeting plaats tussen The Beatles en Bob Dylan in het Delmonico Hotel in New York. Dylan trakteerde het viertal - met Lennon’s ‘voorproever Ringo voorop - op een marihuana joint en het zou de band voorgoed veranderen. De eerste gevolgen zijn zichtbaar in de film Help! en hoorbaar op Rubber Soul dat in 1965 verscheen. Dit album is een breekpunt in de muzikale ontwikkeling van The Beatles en het album dat Brian Wilson inspireerde tot het maken van Pet Sounds. Lennon & McCartney schrijven nog voornamelijk liefdesliedjes maar ze krijgen meer diepgang en - bijvoorbeeld in Norwegian Wood - een dubbele bodem. Het is ook in dit nummer dat George Harrison de sitar introduceert en dat zal een hele nieuwe stroming psychedelica tot gevolg hebben. Lennon is compositorisch in topvorm. Naast Norwegian Wood schreef hij voor het album ultieme Beatle classics als In My Life, Girl en het fantastische Nowhere Man. McCartney doet niet onder met het melodieuze Michelle en I’m Looking Through You en als instrumentalist in Harrison’s Think For Yourself dat opvalt door het gebruik van fuzz op de bas. The Byrds lieten zich inspireren door de 12-snarige Rickenbacker op A Hard Day’s Night en Harrison laat zich op zijn beurt weer inspireren door hun The Bells Of Rhymney in If I Needed Someone. En natuurlijk is er een Ringo song, deze keer What Goes On met een excellerende George op sologitaar.
Rubber Soul is daarmee het album dat enerzijds nog de popliedjes van de eerste jaren laat horen maar waarin de eerste experimenten reeds doorklinken. Misschien is het daarom wel wat mij betreft hun beste plaat.