Zo lang als men moest wachten op The Hungry Saw, zo snel is ook de opvolger Falling Down a Mountain een feit. Met een goede reputatie hoog te houden, stelde de donker gestemde Britse band na vijf jaar niet teleur. Naar eigen zeggen is Falling Down a Mountain een album waarop ze de begrenzingen van hun voorgaande stijl loslaten. Dat lijkt zich in eerste instantie op een jazzy wijze te uiten, gezien de schetsmatige opening met de typerend zenuwachtige trompet die sterk doet denken aan The Open. Die lijn wordt echter niet echt doorgezet en wat we op de rest van Falling Down a Mountain vinden, is een opmerkelijk lichtvoetige en kwieke versie van Tindersticks. Dat gaat ten koste van die betoverende Tindersticks sfeer waarin de impact van Stuart A. Staples’ stem de aandacht opeist. Het speels creatieve instrumentgebruik demonstreert het vakmanschap van de band, maar maakt dit gemis slechts ten dele goed. Waar is die beklemmende directheid die de duistere zwangerschap van de songs normaal benadrukt, wel aanwezig in het instrumentale Hubbard Hills en het slot? De herziene zelfverzekerdheid van Tindersticks levert een album op dat de vernieuwingszucht bij de band zelf bevredigt, maar de liefhebber vertwijfeld laat. Tegelijkertijd valt kwalitatief niets af te dingen, dus zal tijd hier de echte leermeester zijn.