In 2006 trok singer-songwriter Natasha Khan de aandacht met het debuut Fur and Gold van haar nieuwe alter ego Bat for Lashes. De unieke formule van de band leunde zwaar op stevige percussie en de hoge, heldere vocalen van Natasha. Dit leverde een pakkende serie puntige songs op met vele onverwachte wendingen en mystieke strijdlustigheid. Waar het debuut nog een voorname rol had weggelegd voor folk en daarmee refereerde aan Nancy Elizabeth, is de synthpop influx op Two Suns meer te herleiden tot Cortney Tidwell en Kate Bush. De elektronica op dit tweede album zorgt voor een iets minder excentriek en explosief geluid dan voorheen. Daardoor wordt het geheel toegankelijker, gelukkig zonder veel van haar natuurlijke charme te verliezen. De songs zitten er niet minder vernuftig door in elkaar. Een groot deel van de onconventionele stijl wordt verzorgd door de karakteristieke songstructuren, vooral herkenbaar door de hoofdrol van stekelig geaccentueerde melodieën. Naast de rode draad van heftige ritmes is er op Two Suns ook ruimte voor rustige en intense ballades die bijdragen aan de blijvende freakfolk sfeer. Na beluistering zullen net als bij Fur and Gold de expressieve kreten die de feeërieke stem van Natasha vaak ontglippen nog lang blijven hangen. De betovering wordt gaandeweg steeds dieper, culminerend in het verrassend mooie slotduet met Scott Walker. Two Suns is een knappe bevestiging van een authentieke visie.