Stukkies pennen over nieuwe albums komt niet met vallen en opstaan. Sowieso 'n aantal of soms zelfs flink meer keren luisteren, je ondertussen inlezend her&der op 't Web, wat soms ook geen sinecure is. Het wordt aangenaam als een album zich als het ware aan je ontvouwt, openbaart. Nóg leuker als het een groeiparel blijkt te zijn. Dit is er een, en wat voor maar. En als ik een album op repeat ga draaien dan is er iets positiefs gaande. De in Chicago gevestigde muzikante, componiste en multidisciplinaire kunstenares Haley Fohr laat zich moeilijk in hokjes plaatsen. Voor dit 7de album sloot zij zich meer dan acht maanden iedere dag van 21:00 tot 5 in de ochtend op in haar kelderstudio in Chi-town. Zo boetseerde en creëerde zij haar band met de eenzaamheid, met zichzelf, wat uiteindelijk resulteerde in dit best wel bijzondere album. Centraal staat Fohr’s vier octaven bestrijkende stemgeluid. Werkelijk frappant. Ik ben niet zo van 'vergelijken' of met namen smijten maar op m'n kladje hier naast de typemachien prijken de namen van Anohni (Anthony), Mark Almond, Phil Von, Scott Walker; daar het beste uit gehaald in de mixer gedaan en voilá hoor hier het resultaat. De daarbij meanderende composities, die onverschrokken tussen genres en stijlen bewegen, geven het geheel nog meer content; introspectief alswel dwingend. Een album tussen thuis, club en kosmos. (Paul Maas)