Zach Bryan is altijd al goudeerlijk geweest. Hij neemt geen blad voor de mond en deelde al bij zijn debuut de verschrikkelijk zware persoonlijke ervaringen rondom de dood van zijn moeder. Nu is hij een aantal succesalbums verder, treedt hij steeds vaker op met hele band en waagt hij zich ook aan andermans verhalen. Zo bezingt hij op Oak Island het tragische leven van een spoorwegwerker. Ook horen we meerdere keren de naam van Mickey vallen, zoals in het schitterende titelnummer met huilerige steelgitaar. In dat nummer refereert hij overigens ook aan State Trooper van Bruce Springsteen. The Boss zelf, zijn grote voorbeeld, speelt mee op Sandpaper. Het bewijst dat Zach Bryan voorgoed tot de top van de rootsrock hoort. Niet dat hij het nodig heeft, want ook zonder gastbijdrages weet Zach Bryan gemakkelijk de 19 nummers en meer dan een uur speeltijd interessant te houden. Het meest bewonderenswaardig is dat hij dicht bij de kern van de roots blijft, zonder te vervallen in valse sentimenten of groteske pop. Op The Great American Bar Scene lijkt hij cynisch te verwijzen naar The Great American Songbook vol universele liederen die generaties overstijgen. Maar hoe groot en succesvol ook: Zach Bryan is en blijft nog altijd die barstoelfilosoof waarmee je op een dronken nacht in je plaatselijke kroeg per ongeluk al je gevoelens bespreekt. Grab your beer through tears and fears, the great American bar scene. (Stef Mul)