SIMON, PAUL

In 2018 nam hij met zijn Homeward Bound Farewell Tour afscheid van zijn publiek en na de release, datzelfde jaar, van In The Blue Light, met enkel oude liedjes in een fraaie nieuwe jas, had het er alle schijn van dat Paul Simon definitief van zijn pensioen ging genieten. Na een paar incidentele optredens (o.a. Newport vorig jaar) verschijnt nu toch ook weer een album met volledig nieuw werk. Seven Psalms, zijn vijftiende studioalbum, is onvergelijkbaar met al het moois dat hij sinds de vroege jaren zestig, zowel solo als met Art Garfunkel, maakte, maar minstens zo indrukwekkend. Feitelijk is het één muziekstuk van 33 minuten, opgedeeld in zeven stukken die zowel digitaal als op cd enkel als één track afgespeeld kunnen worden. Het idee voor de plaat kreeg de nu 82-jarige Simon in een droom, waarna hij een paar nachten per week schreef aan de teksten, waarbij de Bijbelse psalmen als belangrijke inspiratiebron dienden. Zijn eigen, knappe akoestische gitaarspel en nog altijd goede en uit duizenden herkenbare stem staan centraal op dit haast impressionistische kunstwerk, maar bij nadere beluistering vallen allerlei fraaie accenten op, onder meer aangebracht door trompettist Wynton Marsalis en het Britse vocale ensemble VOCES8. Tegen het einde, misschien wel het allermooiste deel van Seven Psalms, zingt ook echtgenote Edie Brickell mee. Stiekem hopen we dat deze meester nog meer in het vat heeft zitten, maar zo niet, dan hadden we ons geen mooier afscheidsalbum kunnen wensen.