De Toscaanse stad Lucca kende tot het einde van de 19e eeuw een bijzondere muzikale traditie. Bijna 200 jaar lang werd het kerkorgel van de kathedraal bespeeld en de stad voorzien van muziek door het geslacht Puccini. De rol van kerkorganist en schrijver van muziek voor de kerk werd gedurende 5 generaties doorgegeven van vader op zoon: Giacomo, Antonio, Domenico, Michele en Giacomo Puccini. De laatste echter koos op een gegeven moment toch een andere richting, namelijk die van de opera, waarvan wij hem vooral kennen. Voordat hij zich op dat pad begaf, schreef hij een aantal werken, waarvan er enkele op dit nieuwe album staan. Werken waarvan hij overigens later delen zou gebruiken voor zijn opera’s. Gustavo Gimeno geeft met koor, orkest en de beide mannelijke solisten een heerlijke uitvoering van 4 werken uit de boeiende beginperiode van een jonge componist.