Het indiepop trio uit Chicago levert met de opvolger van ‘Flower of Devotion’ (2020) weer een sterk album af. De dertien nummers klinken zorgvuldiger, complexer en gestileerder dan op de voorganger. Maar we horen ook nog steeds de kenmerkende surfachtige gitaarpartijen, de onconventionele minimale drum en de sterke samenzang. Zangeres Emily Kempf lijkt bovendien op elke plaat beter te zingen. Bij vlagen doet ‘Blue Skies’ zelfs denken aan de perfecte pop van Galaxie 500 en Jesus & The Mary Chain, maar dan zonder de noise. (Danny Vinkes)