Eind jaren `60 werd de popmuziek steeds `ingewikkelder' en ook het instrumentarium werd fiks uitgebracht. De dwarsfluit deed haar intrede, en de synthesizer - het was voorbij met de klassieke opstelling van drum, gitaar, bas, toetsen en zang. En ook de nummers werden steeds langer. Vaak werd hiervoor het labeltje `propgressive' gebruikt (en uit deze ontwikkeling ontstond de symfonische rock, die ook nu nog wel `prog' wordt genoemd).De Britse band Circus bevindt zich op het raakvlak tussen pop en prog. Zo wordt op hun debuutalbum Norwegian Wood van The Beatles opgerekt door middel van solo's en tussenstukjes. Ook Monday Monday van The Mama's & The Papa's krijgt eenzelfde bewerking. In haar gelederen had Circus Mel Collins, die later in vele andere bandjes zou opduiken met een blaasinstrumenten in zijn handen.