Op hun 14de plaat hebben de blues de Manic Street Preachers flink te pakken. Maar de Welshmen verklanken hun somberheid in levendige, welluidende, sprankelende en energieke songs, die stuk voor stuk klinken als een klok. The Ultra Vivid Lament is het fantastische resultaat. Ze gaan alweer dertig jaar mee en rijgen het ene majestueuze album aan het andere. Niets lijkt het hoge niveau dat ze keer op keer bereiken te deren. Toch sloeg het noodlot in de loop der tijd ook toe bij de Manics. Zo verloren ze al vrij snel hun maat en medebandlid Richey James Edwards maar ook als trio bleven de Manics kaarsrecht overeind. Inmiddels zijn zanger/gitarist James Dean Bradfield, die kort geleden een prachtig solo-album afleverde, bassist Nicky Wire en drummer Sean Moore 50-plussers, zijn ze hun ouders verloren en staan ook zij hoofdschuddend om zich heen te kijken naar de wereld die in brand staat. Zelfs zanger en tekstdichter Bradfield met zijn uitgesproken opvattingen over elk maatschappelijk thema raakt het spoor bijster, bekent hij op het schitterende en veelzeggende Orwellian. Het lijkt wel elke dag 1984 en een kant kiezen, is onmogelijk, is de boodschap. Zware kost, maar het maffe is dat je in no time vrolijk meebrult en je je laat meeslepen door die rollende Abba-piano die dit nummer voortstuwt. En dat is maar één voorbeeld. Bij alle andere nummers gaat het net zo. Er wordt gestrooid met melodieën alsof het pepernoten zijn, Bradfield verkeert als zanger in bloedvorm, de roffels van Moore vormen verende bommentapijten en Wire laat zijn bas geen tel in mineur maar alsmaar in een stuwende draf gaan. De Manics dansen op de vulkaan. Of, zoals ze zelf zeggen lamenteren ultra levendig. En dat is hard nodig en kunnen we allemaal goed gebruiken.