Gallagher werd onlangs uitgeroepen tot de grootste Ierse muzikant bij een stemming van een Iers radiostation. Boven Thin Lizzy maar ook boven U2. Eigenlijk is dat best bijzonder voor iemand die bij het grote publiek nog steeds redelijk onbekend is. Hoewel zijn liveplaten onverdeeld fantastisch zijn, zijn studioplaten waren vaak wat wisselvallig. Dat zat niet in de kwaliteit van de liedjes en al zeker niet in het muzikale vakmanschap, maar had meer te maken met het eclectisch karakter waarin akoestische muziek tegenover snoeiharde bluesrock stond. Wie echter openstaat voor een uitzonderlijk muzikant kan met alle platen van Gallagher uit de voeten. Nadat Taste uit elkaar gevallen was, begon Rory een solocarrière zonder het trioformaat uit het oog te verliezen. Nadat Mitch Mitchell en Noel Redding geauditeerd hadden, besloot Gallagher in zee te gaan met bassist Garry McAvoy en drummer Wilgar Campbell. Het levert het fraaie titelloze debuut op. De al eerder genoemde bluesrock wordt afgewisseld met ingetogen werk en de plaat is een genot voor de oren. Opener Laundromat zou uitgroeien tot een klassieker maar ook de andere stukken zijn zeker niet te versmaden. Op de jazzy afsluiter Can’t Believe It’s True laat Rory horen niet alleen met snaarinstrumenten uit de voeten te kunnen, door ook saxofoon te spelen in het nummer. Voor de gelegenheid is de plaat opnieuw gemixt met een voller geluid als gevolg. De extra schijven bevatten BBC-opnamen en talloze alternatieve versies van de nummers. Wat mij betreft hadden deze wel wat meer gehusseld mogen worden, aangezien de schijven dan waarschijnlijk wat makkelijker te beluisteren zouden zijn. Nu komen alle takes achter elkaar. Inhoudelijk is er echter veel fraais, al is het maar vanwege de mooie vroege versies van At The Bottom, dat later op Against The Grain zal terugkeren. Al dit fraais wordt ook nog eens aangevuld met een DVD met het prima eerste concert in Parijs. Wat zou je nog meer willen?