Een hele fijne documentaire over ‘The Band’, legendarische muziekgroep uit de jaren ’60, die niet alleen het subgenre ‘Americana’ uitvonden, maar waarvan de leden “three of the greatest white singers in rock history,” waren aldus de ‘Boss’ Springsteen. Vol muziek en begeleid door enthousiaste fans als Bruce Springsteen, Martin Scorsese, Eric Clapton, Taj Mahal en Van Morrison vertelt Robbie Robertson als een van de twee nog in leven zijnde bandleden het buitengewone en per definitie gekleurde verhaal van hun opkomst en ondergang. Nog bijzonder jong (Robbie Robertson is 16) worden de vijf geniale muzikanten als begeleidingsband bij elkaar gehaald. Hierdoor ontstaat er een zeldzaam hechte broederschap tussen hen. Na een mislukte toer met Bob Dylan trekken ze zich terug in een lelijk roze huis op het platteland van Woodstock. Ze leven er als een gezin, maken heel veel lol en musiceren elke dag in de kelder. En debuteren vervolgens met een plaat die zo vanzelfsprekend Rockabilly, Bob Dylan, Muddy Waters en Roots Music mengt dat ze pardoes het nieuwe subgenre Americana introduceren. Drugs en ruzie luiden het einde in. Na acht jaar komt aan al die prachtige liedjes en die hechte broederschap een eind. Al sluit The Band die met het legendarische slotconcert The Last Waltz wel grandioos af.