Recensie
BRANT BJORKJalamanta SONS OF OTISTemple BallTja, Stonerrock, ik ben er nog niet helemaal over uit. Aan de ene kant is de bijna reactionaire voorkeur van de Stoners voor Langzaam en Analoog in deze zich alsmaar versnellende digitale tijd interessant en verfrissend. Aan de andere kant is er bijna geen genre dat zo lijdt onder voorspelbaarheid en verstikkende conventies als de Stonerrock. Deze Stonerplaatjes, alledrie uitgebracht op het Californische Man's Ruin Records behoren daarbij tot de middenmoot: niet al te opzienbarend, maar zeker niet onaardig. Het Amsterdamse Beaver (flauwe naam, eigenlijk) staat midden in de Stonerstraditie: ze deelden al eerder een 10'' met uberstoners Queens Of The Stone Age en toerden met Stonerkopstukken als Kyuss en The Obsessed. Op Lodge staan vijf lange, uitgesponnen, rockende nummers. De gitaren liggen lekker vet in de mix en de nummers zijn mooi opgebouwd met prettige hypnotiserende riffjes. De zwakste schakel is de zang. Het Nederlandse accent, wat in andere genres vaak wel charmant is, geeft de stoerdoenerij van deze Stoners af en toe het effect van een pastiche, wat volgens mij niet helemaal de bedoeling is.De Canadese Sons Of Otis zijn een behoorlijk slag barokker dan Beaver. De nummers van Temple Ball zetten een loopgraaf van geluid neer, sommige daarvan zijn langer dan tien minuten, waar uw recensent zich niet zo goed doorheen kan worstelen. Laten we zeggen: `voor de liefhebber'.De soloplaat van drummer Brant Bjork (Kyuss en Fu Manchu) bevalt me van dit drietal het meest. De plaat wordt gedomineerd door de mooie en subtiele ritmetracks, die af en toe bijna jazzy aandoen, waarover een laagje waaierende elektrische gitaar is gelegd. De zang is meestal afwezig of op de achtergrond. De plaat ademt daarbij een laidback atmosfeer uit die na verloop van tijd erg verslavend is. Ook geschikt voor niet rokers.