Het optreden van Villagers op het festival Eurosonic in 2013 zal me altijd bijblijven, met name door de ingetogen en indrukwekkende uitvoering van My Lighthouse (de openingstrack van het album Awayland) die het publiek tot tranen toe wist te roeren... Het concert werd in de media dan ook omschreven als ‘betoverend, verrassend en vernieuwend’. Inmiddels vijf jaar later lukt het de Ierse band nog steeds om datzelfde effect te bereiken, zoals is te horen op het vierde studioalbum The Art Of Pretending To Swim. Het album kan bijna als een soloproject van zanger Conor O’Brien worden gezien, die de albumtracks heeft geschreven, vrijwel alles zelf heeft ingespeeld en het album heeft gemixt en geproduceerd. Wat opvalt is de toevoeging van beats en elektronische geluiden, die samen met het bekende folkgeluid van de band een combinatie van oud en nieuw vormen. Een akoestisch geluid, omringd door elektronische soundscapes, die naadloos in elkaar overgaan en een nieuw geheel vormen, maar aan de andere kant ook weer heel vertrouwd klinken. Deze mix loopt als een rode draad door het album, met nummers als Again, Long Time Waiting en Love Came With All That It Brings als klinkende voorbeelden. Ook op The Art Of Pretending To Swim zijn weer de intieme folksongs te horen die inmiddels tot het vertrouwde Villagers-geluid kunnen worden gerekend. Een sfeervol album dat naast de fans van de Ierse band ongetwijfeld ook een nieuw publiek zal aanspreken. Mocht je Villagers nog live in actie willen zien: in november treedt de band op in Nijmegen, Amsterdam en Utrecht…