Als er iemand in de wieg gelegd is om bluesmuzikant te worden, dan is het wel deze Marcel Scherpenzeel, zoon van de eigenaar van Amsterdams Home of the Blues, Maloe Melo. Vermoedelijk heeft zijn pa al kort na zijn geboorte een gitaar in de wieg geduwd. Je kan er tenslotte het beste zo jong mogelijk mee beginnen. Inspiratie heeft Marcel altijd in overvloed gekregen, muziek werd hem met de paplepel ingegoten. In zijn gitaarspel zijn de invloeden van vooral Stevie Ray Vaughan zeer duidelijk waarneembaar, daar maakt hij zelf ook absoluut geen geheim van. Ondanks het feit dat je juist bij deze band een hoog gehalte covers zou verwachten is niets minder waar. De 12 nummers op dit album zijn allen van eigen makelij. Hoewel, op dat ene rifje na dan in Pieces Are Gone waarin een stukje van Them's Baby Please Don't Go is verwerkt. Behalve snarenplukken als de beste, heeft Marcel Scherpenzeel ook een heel aardige stem die enigszins aan Jeff Healey doet denken. Alleen het jazzy Send Me Your Wings is vocaal wat te hoog gegrepen. Bluesrockers zijn hem meer op het lijf geschreven. Het absolute hoogtepunt van dit album is het nummer The Devil Is Just One Step Behind. Met begeleiding van voetstappen en een potje slide waar je U tegen mag zeggen. Dit zou je kunnen beschouwen als zijn antwoord op Hellhound On My Trail van Robert Johnson. Het heeft in ieder geval net zoveel mysterie en dreiging. Laten we hopen dat de Marcel niet, in navolging van Robert Johnson, zijn Guitar en Soul aan de duivel heeft verkocht om deze goede plaat af te kunnen leveren.