WORMS, MARCEL

De seizoenen met hun kleuringen en weertypen blijven een bron van inspiratie. Soms wordt 1 seizoen belicht, soms alle 4 zoals bijvoorbeeld door Vivaldi, Spohr, Tsjaikovski, Glazunov, Malipiero Hadley of Sauget, Ook de Letse componist Pēteris Vasks heeft een cyclus over de seizoenen geschreven. In 5 stukken, die geschreven zijn in een periode van bijna 30 jaar, is de strijd tussen licht en donker, hoop en lijden, vrijheid en onderdrukking te horen, zoals in de meeste van zijn werken. Niet vreemd als je de geschiedenis van Letland kent. Muzikant Marcel Worms ging bij Vasks op bezoek om zijn interpretatie voor te leggen. Het korte samenzijn gaf hem aanwijzingen die hij vertaalde in zijn spel om de werken meer diepgang te geven. Het is daarmee een mooie en persoonlijke vastlegging van een boeiende cyclus.



Pēteris Vasks: The Seasons

Marcel Worms (piano)

Programma:

1980 Baltā alnava
1985 Pavasara mūzika
2008 Zaļa ainava
1981 Rudens mūzika
2009 Vasaras vakara mūzika


Pēteris Vasks was born on 16 April 1946 in the Latvian village of Aizpute. After 1991, the year of Latvia’s independence – which had been occupied by the Soviet Union in 1940 – were his compositions able to be published and openly performed, his works also becoming better known in the West.

The violin concerto Tala Gaisma (Distant Light) written for Gidon Kremer, the cello concerto for Sol Gabetta (2012) and his numerous works for choir cause him to gradually be seen outside of Latvia, as a Latvian counterpart of Arvo Pärt.

In The Seasons he attempts to evoke his magical musical world with the piano as the only source of sound. Vasks makes splendid use of the possibilities of the piano without The Seasons being a distinctly pianistic work.

The nature is the Baltic nature: a seemingly endless winter, an often blustery spring, a short but intense summer and a colourful autumn.The contrasts in dynamics, colour and tone are often extreme; free rhythms and tight motoric passages alternate with each other, as well as simple folk melodies and deeper, long melodic lines. Static sections make way for forceful, agitated episodes with many repetitive elements. Potent and abrasive sequences of complex chords à la Messiaen follow milder combinations of tones.

The battle between dark and light, between suffering and hope, oppression and liberation is fought in many of Vasks’ works.