Rameus derde opera was in 1737 allerminst een succes. Het libretto kende vele zwakke punten en pas zeventien jaar later maakte Rameau op verzoek van de Académie Royale de Musique een nieuwe versie. Hij schrapte de proloog, schreef een geheel nieuwe eerste akte en voegde het beste uit de eerste versie samen in de overige aktes. Het resulteerde in een dramatisch veel sterkere opera die ook aanzienlijk meer succes had. Na beluistering van deze prachtopname onder leiding van Raphaël Pichon is het een raadsel dat tegenwoordig juist weer meer voor de oerversie gekozen wordt, want de versie uit 1754 is ook muzikaal veel sterker. Mooi dat deze fraai vormgegeven en voorbeeldig gedocumenteerde uitgave in een lacune voorziet.
Rameau: Castor & Pollux
Pierre-Joseph Bernard (lyricist)
Colin Ainsworth (Castor), Florian Sempey (Pollux), Emmanuelle de Negri (Télaire), Clémentine Margaine (Phoebe), Christian Immler (Jupiter), Sabine Devieilhe (Cléone), Philippe Talbot (Mercury), Virgile Ancely (High Priest)
Ensemble Pygmalion, Raphaël Pichon
In contrast to its reception in 1737, 'Castor et Pollux' enjoyed great success in 1754 and it was given regularly until 1755. It was revived again at court in November 1763, then at the Académie Royale de Musique from January 1764 (six months before the elderly Rameau’s death) until 1765, and continued to receive frequent performances from 1770 to 1782: eloquent testimony to its popularity. Thanks to the recent discovery of a manuscript close to the autograph that Rameau finalised in the last months of 1753, this second version of the work, with its tauter dramatic action, can now be heard in the pristine splendour and refinement of its orchestration. As a result the revised tragédie lyrique, unfairly overshadowed nowadays by the 1737 version, emerges in its full force and dramatic power under the inspired direction of Raphaël Pichon.