Het lijkt nog maar kort geleden dat Invaders Must Die uitkwam, maar we zijn toch al zo’n zes jaar verder. En nu dus de opvolger van de plaat die gold als de muzikale terugkeer naar het meest succesvolle materiaal van de band. Wat doe je daarna? Gewoon wat The Prodigy altijd doet, een eigenwijs album uitbrengen dat net weer even anders is. Een track als Destroy laat horen waar The Prodigy patent op heeft: logge breakbeats en basjes die onmiskenbaar uit de vingers komen van Liam Howlett. De band duikt ermee zelfs nog eventjes in de muzikale stand van zaken van voor haar commerciële succes. Het nummer leunt evenals de andere tracks echter niet op één catchy hook zoals eerder het recept was. Wel heeft het de duistere sound die tot handelsmerk is verworden. Ook Beyond The Deathray is hierdoor vanaf de eerste seconde te identificeren als een Prodigy track. Oversturing is nog steeds king en van pakkende tekstuele phrases (RoadBlox, The Day Is My Enemy) wordt ook nog gretig gebruikgemaakt. Maar met hetzelfde gemak wordt met Wild Frontier de aansluiting gezocht met de hardere dance acts van het moment. Muziek die The Prodigy zelf weer heeft beïnvloed (volgt u het nog?) Overall kruipt het album weer wat dichter naar Always Outnumbered, Never Outgunned toe. Maar lees dat niet als een waardeoordeel. The Prodigy weet weer nieuwe elementen aan haar sound toe voegen (Medicine, Invisible Sun) en maakt deze plaat met een goede opbouw tot een sterk album.