The Divine Comedy's Neil Hannon is een crooner met de stem van een Tinderstick; het gevoel voor dramatiek van een Jarvis Cocker en een voorliefde voor Het Grote Gebaar die hem in de afgelopen jaren steeds verder verwijderde van de Rock `n Roll. De muziek op het vorig jaar verschenen Fin De Siecle laveert tussen musical, cabaret en opera, en wordt bijeengehouden door Hannon's romantische ironie en neus voor melodie. Met Regeneration heeft de band het echter over een andere boeg willen gooien. Onder invloed van producer Nigel Godrich (die eerder Radiohead's Kid A produceerde) heeft de band de poloshirtjes en maatpakken in de mottenballen gelegd en het haar laten groeien om alternatieve pop te maken. De band is daar slechts gedeeltelijk in geslaagd. Hannon is een getalenteerd tekstschrijver en schudt schijnbaar moeiteloos prachtige deuntjes als Bad Ambassador en A Perfect Lovesong uit zijn mouw. In de langzamere nummers als Note To Self, Lost Property en Eye Of The Needle mis ik echter de ironie en spitsvondigheid van weleer. Aan een Radiohead hebben we genoeg.