De bandnaam – vernoemd naar zanger/componist Husky Gawenda – spreekt misschien niet zo tot de verbeelding, de muziek doet dat des te meer. De prachtige, klassieke, akoestisch geladen droompop van het kwartet uit Melbourne, Australië steekt qua raffinement, subtiliteit en melodieuze kracht en pracht ver boven het maaiveld uit. De band nam deze tweede plaat, Forever So, op in Australische keukens, kelders en slaapkamers en liet het ruwe materiaal in Los Angeles mixen door Davendra Banhart-associé Noah Georgeson. Het resultaat, al in 2011 in het thuisland uitgebracht en nu ook wereldwijd door Sub Pop, is een betoverend album waarop piano-intro's, akoestische gitaren en schitterende harmoniezang overheersen. De sfeer is die van een landelijk, jaren zeventig Westcoast-album, maar ook is Husky vergelijkbaar met bands als Midlake, Chief en The Soft Hills. Zonder het schitterende samenhangende geheel tekort te doen, verdienen niettemin parels als 'History's Door', 'The Woods', 'Dark Sea' en het hemelse 'Animals & Freaks' een expliciete vermelding. Husky's bijzonder beloftevolle majordebuut is veel meer dan de loutere som der delen; Forever So is – om maar eens een cliché van stal te halen – van een echt verbluffende schoonheid.