Dit zesde album is misschien wel het meest ambitieuze Okkervil album tot nu toe. Voorman Will Sheff schreef in afzondering alle nummers en bleef tijdens de opnamen net zolang aan de liedjes sleutelen tot ze naar zijn zin waren. Dat leidt er toe dat we in de elf liedjes op dit uiterst afwisselende album van alles voorbij horen komen: orkesten, blazers-secties, boombox solo’s en zelfs omvallende archiefkasten en het afrollen van duct-tape. Gelukkig geschiedt dit alles niet om magere liedjes te verhullen. Integendeel, het is juist een heel sterk album geworden, een groeibriljant die bij elke luisterbeurt iets van zijn geheimen prijsgeeft.