Je hoeft een heuse Allman Brother natuurlijk niet te vertellen waar de blues-mosterd gehaald wordt. Dat blijkt maar weer eens op Greg’s eerste solo album sinds 1997 en pas z’n zesde sinds 1973. Na een lever transplantatie, stelde kennis T-Bone Burnett voor de traditionele blues weer eens onder handen te nemen. Met de 11 covers die dit album telt wordt dan ook een staalkaart van de belangrijkste Amerikaanse bluesstromingen neergezet. Beginnend met de Mississippi delta variant in Skip James’ Devil Got My Woman, gaat de reis via Memphis (BB King) naar Chicago, waarbij zowel de eerste lichting van de elektrische blues is vertegenwoordigd, middels Muddy Waters’ I Can’t Be Satisfied, als de tweede, minstens zo invloedrijke lichting (Otis Rush, Magic Sam). Dit alles eindigend in de enige original Just Another Rider. De sound is compacter dan Allman’s werk met z’n Brothers Band, geen lange uitgesponnen solo’s, maar scherpe riffs door een zeer strakke band. Met in de gelederen onder andere Dr. John kan dat natuurlijk ook niet misgaan, maar het is vooral de doorleefde stem van Allman zelf, die de vele jaren met hoogte- en dieptepunten verbazingwekkend goed heeft doorstaan en nog net zo soepel en doorleefd klinkt als in de hoogtijdagen van de Allman Brothers Band.