Eerlijk gezegd begrijp ik niet zo goed waarom een figuur als Philip Sayce wel zo’n aandacht krijgt in de muziekpers terwijl jongere knapen als Mitch Laddie en Jimmy Bowskill dat niet mogen ontvangen. Bowskill is net als Laddie nog geen twintig en toch klinkt hij alsof hij ene heel bluesleven achter de rug heeft. Daarin heeft hij leren houthakken bij Walter Trout, niet opgelet toen Jeff Healey hem de fijnere kneepjes van het slidespel leerde, en juist weer teveel opgelet bij de zanglessen van Johnny Winter. Getooid in een hoes die de jaren zeventig psychedelische San Francisco sferen van weleer oproept, is Live een mooie staalkaart van Bowskill blueskunnen, met een grote knik naar zijn voorbeelden Peter Green (Rattlesnake Shake) en Paul Rodgers’ Free (Walk In My Shadows, Ride A Pony). Maar voor het topnummer, de slowblues Loser, is Jimmy toch helemaal zelf verantwoordelijk en hij legt er zijn hele ziel en zaligheid in. En daarmee wordt wederom bewezen dat de beste blues uit de ellendigste omstandigheden wordt geboren.