Voor het eerst sinds het terecht met prijzen overladen Million Dollar Baby neemt Eastwood in Gran Torino zelf weer een rol voor zijn rekening. Op gortdroge wijze zet hij de in het leven teleurgestelde en door de moderne tijd ingehaalde Korea-veteraan Walt Kowalski neer. De Gran Torino uit de titel is een door Kowalski eigenhandig in elkaar gezette en sindsdien in perfecte staat van onderhoud gehouden Ford uit 1972.
Niet alleen staat de auto symbool voor een verloren gegaan Amerika waar Walt hevig naar terug verlangt ook speelt deze een sleutelrol in de veranderende verhouding tussen de met een pantser van xenofobie bewapende Kowalski en zijn Hmong buren.
Na ingegrepen te hebben in een confrontatie tussen de buren en een lokale bende ontdooit Walt voor buurmeisje Sue en neemt hij langzamerhand haar broer Thao onder zijn hoede. Knorrepot Kowalski ontdekt meer gemeen te hebben met zijn Aziatische buren dan met zijn eigen verwende en op eigenbelang uit zijnde familie.
In Eastwood's vertrouwde kalme tempo wordt er naar de onvermijdelijke climax toegewerkt.
Misschien niet zo sterk als Changeling, waarin Angelina Jolie eindelijk weer eens een memorabele rol neerzet, maar Gran Torino bewijst voor de zoveelste keer dat Eastswood als regisseur een vakman is.