Het piepende helium-stemmetje van Daniel Smith is niet voor iedereen weggelegd. Voor wie daar doorheen kan prikken, onthult zich een uitermate muzikaal rariteitenkabinet. Smith, musiceert in diverse gedaanten, alleen of met zijn broers, zussen, vrouw, dochter en vrienden. Op het podium gaat hij vaak gekleed in een drie meter hoog boom-kostuum, om bij de luisteraar alvast een onuitwisbare indruk te achter te laten. Zijn liedjes schipperen in de buurt van die van voorbeelden als Frank Black en Daniel Johnston, maar doen ook denken aan The Fiery Furnaces of Polyphonic Spree. Hij combineert nu-folk met een flinke scheut post-punk, overigens regelmatig voorzien van een Christelijke inslag. Deze dubbelaar is een prima overzicht van zijn werk tussen 1994 en 2004. Waarbij de diversiteit in instrument en lied, met regelmaat doet verrassen.