Om een andere baan te vinden, schreef Claudio Monteverdi in 1610 de Vespro della Beata Vergine ofwel de Mariavespers. Ondanks het feit dat hij dit werk aan de paus opdroeg, kreeg Monteverdi geen kerkelijke functie in Rome aangeboden. Drie jaar later wordt hij alsnog kapelmeester van de San Marco in Venetië. De Mariavespers zijn ongebruikelijk. De polyfonie wordt ingeruild voor een verstaanbaar zingen. Monteverdi maakt gebruik van muziek uit zijn opera l’Orfeo (1607), wereldse klanken zoals het prachtige koper geven het werk een feestelijk accent. Kuijken heeft gekozen voor een ingetogen aanpak met een evenwichtige verhouding tussen de zangers en het orkest. Samen met een uitvoerig gedocumenteerd boek inclusief Nederlandse teksten, levert dit een prachtige authentieke en innoverende opname op.